Varia (02)
Frank van Halem
De vorige maal beloofde ik u een aflevering voor te schotelen met de naam “remise-haven”. Die belofte heb ik nog eens herhaald in het mailtje van 15 november over de gevolgen op korte termijn van de beperkte lockdown voor onze schaakvereniging. Achteraf zitten we, wat het schaken betreft, voorlopig toch niet in een lockdown.
Gelukkig maar. We gaan dus gewoon op onze vaste wekelijkse avond schaken en daarna, of daarvoor, slaan we aan het studeren.
Denk niet te gauw: ik ga deze partij verliezen. Soms zijn er toch onvermoede remisekansen.
Neem eens de tijd voor onderstaande overdenking van de heer Marwitz. Laat alle mogelijkheden die hier zijn opgesomd eens goed doordringen en vooral: geniet ervan!!.
De remise-haven binnenlopen….!
Wie eenmaal door het schaakspel gegrepen is, komt er nooit meer van los. Hoe zou dat eigenlijk komen? Lasker heeft eens gezegd: 'Ieder mens heeft behoefte aan strijd, aan het zich meten met anderen'. Dat klinkt aannemelijk, maar geldt dat ook voor het schaken, voor dat ‘koninklijk spel’, vol soms haast ondraaglijke spanning, met daarbij de onvermijdelijke risico’s van denkfouten? Iedere schaakspeler heeft iets in zich van de koorddanser, van de trapezewerker, die weet dat hij iedere keer opnieuw zijn nummer moet brengen zňnder fouten, en met het risico van evenwichtsverlies, waarbij hij maar moet hopen dat het remise-vangnet hem voor het ergste zal behoeden.
Wie zich wel eens serieus verdiept heeft in een meester-partij, zal enkele dingen hebben opgemerkt:
- iedere speler zoekt voortdurend naar kansen om zijn stukken te activeren;
- die kansen worden op hun waarde geschat, maar een directe keus wordt niet altijd gemaakt;
- afwachten, het juiste moment kiezen voor het benutten van een kans is bepalend voor het effect van een actie;
- er
moet een goed evenwicht gezocht worden tussen idee (= kans) en uitvoering (=
tempo).
Voor wie het ‘smalle pad’ van de meester nog eens wil volgen dient nevenstaande ‘opgave’:
Hoe kan wit zwarts g-pion onschadelijk maken en de veilige remise-haven bereiken?
Het is een stelling uit een Engels Jubileumtoernooi in 1978.
Wit staat voor de vraag: kan Lc7 nog tijdig de diagonaal naar g1 bereiken? Dat
lijkt niet zo moeilijk, want 1. Lc8†
ziet er gezond uit….Als de zwarte koning naar a7 gaat, kunnen we met de loper op
g3 slaan: aftrekschaak! Zwart moet dus op b7 zijn loper ňf toren tussenplaatsen.
We kiezen (‘natuurlijk’….?) 1….., Lb7. En dan ontdekt wit een prachtige
kans: Lb7 staat gepend, zodat wit met 2. Tf3 MAT kan dreigen! En daarna op g3
kan slaan. Jammer dat zwart 2…, Lxc8 kan spelen. Tňch even in gedachten houden,
die zet Tf3…
Dan ziet wit een 2e fraaie mogelijkheid: met 2. Tf6† kan hij de zwarte koning naar a7 drijven, waarna 3. Lxg3, g1D 4. Lf2† de hemel op doet klaren. Dus…
Ho! Zwart speelt niet 3…, g1D, maar 3…., Th1† en hij drijft daarmee de witte koning naar de g-lijn, met als gevolg dat na 4. Kg5, g1D wits loper op g3 gepend staat en wit de reddende zet Lf2† niet kan spelen. Oňk in gedachten houden…?!
Dan is er vooralsnog niet beter dan 2. Lxb7†. Zwart moet wel terugslaan met de toren: 2….Txb7, waarna die vervelende toren van de onderste rij weg is en dat nare schaak op h1 niet meer kan geven. Nú kan 3. Tf6†, Ka7 4. Lxg3 dus wel…?!
Mis! Want zwart antwoordt met 4…., Th7† en andermaal wordt de witte koning naar de g-lijn gedreven en raakt de witte loper na 5…, g1D gepend!
Maar wacht eens! Is dan nu het moment voor de zet 3.Tf3? Nee, nog niet, want zwart pareert met 3…, Tb3 en na 4. Txb3, g1D is het overblijvende eindspel voor wit verloren. Probeer maar:
5. Txg3, Dc5† / 5. Lxg3, Dd1† / 5. Ta3†, Kb7 6. Lxg3, Dc5† steeds met stukverlies!.
Maar
3. Tf6†!
is nu wel goed, als wit na 3…, Ka7 niet 4. Lxg3 speelt maar
4. Tf3!!
Er is namelijk een klein, maar uitermate belangrijk verschil ontstaan in deze
situatie vergeleken met die na 3. Tf3. De zwarte koning staat nu op a7 en dat
geeft wit de kans om 4…., Tb3 te beantwoorden met
5. Lb6†!!
Zwart moet
wel slaan en na 5…, Tb6 6. Txg3 komt de witte koning er bij om g2 op te
halen. Remise!
Al dit moois nog even samengevat:
(1 juni 1988), J.H. Marwitz
In de volgende aflevering gaat het over het scheppen van kansen in een partij. Hoe zit dat: moeten we gewoon maar wachten op een kans? Is het een mazzeltje? Of kunnen we zelf voor één of meer kansen in een partij zorgen en is het dus geen toeval. We gaan het de volgende aflevering zien!
Frank van Halem, 17 november 2021.