Aflevering 9.
Het seizoen 2012-2013 en wat daar op volgde
Aflevering 8 eindigde met de opmerking dat de teams ernstig verzwakt waren door ziekte van enkele spelers, maar dat het toch mogelijk moest zijn om in de middenmoot te eindigen.
Maar hoe liep het af? Er kwam al meteen een grote
klap. Patrick Huis in ’t Veld, één van onze sterkste spelers, overleed in
november 2012. Een enorm verlies voor zijn gezin en ook voor de club. Zou het
eerste zich nog wel kunnen handhaven na het verlies van zo’n sterke speler? Er
ontstond een sfeer van saamhorigheid. Met z’n allen de schouders er onder. En de
teams gingen punten pakken. In bondswedstrijden, maar ook in het Bekertoernooi
van de SGS. Eerst moest er een kwalificatiewedstrijd worden gewonnen om
überhaupt mee te mogen doen. Arie van der Burch, William van de Groep, Laurents
van Twillert en Wim Velker gaven het antwoord: met 4-0 werd Nieuwegein
verslagen. De toon was gezet.
Uiteindelijk bereikten we de finale. Het werd een nipte nederlaag 2½-1½ tegen
Vegtlust. Toch was de vechtlust opgewekt! En dat vertaalde zich. Het eerste team
werd onverwacht kampioen van de 1e klasse A van de S.G.S. Het tweede
wist zicht in de middenmoot van Klasse 2A te handhaven en het derde nestelde
zich in het midden van Klasse 3A, ondanks het feit dat ze niet steeds voltallig
konden uitomen.
Te vermelden is nog dat Arie van der Burch opnieuw clubkampioen werd.
Het seizoen 2013 – 2014 begon wel heel bijzonder.
Op de jaarvergadering van 5 september 2013 werden uiteraard de plannen voor het
komend seizoen besproken. Met twee achttallen, maar ook een viertal. Het eerste
hoopte zich te kunnen handhaven in de Promotieklasse, na het behaalde
kampioenschap. Het tweede moest in de middenmoot van de 2e klassen
kunnen eindigen En de spelers van het viertal wilden ervaring op gaan doen in de
bondscompetitie.
Maar er gebeurde meer op deze jaarvergadering. Er
was bekend geworden dat leden die 50 jaar of langer lid zijn van de K.N.S.B. in
aanmerking komen voor een gouden erespeld van de K.N.S.B. Na omvangrijk
speurwerk van de secretaris kon hij acht (!) leden van de club opgeven die voor
deze eervolle onderscheiding in aanmerking kwamen: Jan Ero, Jan Escher, Henk
Juffer, Joost Marcus, Martinus Riemersma, Arij Rijke, Harry Schoonbeek en Wim
Velker. Uitgebreide aandacht in de regionale pers en een groot artikel in
Schaakmagazine (het tijdschrift van de KNSB) onderstreepten het uitzonderlijke
van dit gebeuren. Op de vergadering kwam dan ook niemand minder dan de wethouder
Hans Buijtelaar persoonlijk de insignes opspelden (behalve bij Wim Velker, die
toen in Portugal verbleef).
Zo gingen we op een wel heel bijzondere manier het nieuwe seizoen in. In
november behaalde ons team bij het snelschaakkampioenschap van de SGS de eerste
plaats in de tweede groep. Een topprestatie!
Dan de bondscompetitie. Het begin leek meteen al
een catastrofe te worden. Met maar liefst vier invallers ging het eerste uit de
startblokken, maar tot ieders verbazing werd er toch gewonnen. En dat bleef dat
team maar doen. ‘We’ gingen als winterkampioen het jaar 2014 in. We wisten
echter dat de zwaarste tegenstanders nog moesten komen. Maar met nog drie
wedstrijden te gaan besloot het bestuur om de spelers toch alvast te polsen of
men bij een eventueel kampioenschap wel in de KNSB wilde spelen. Dat zou immers
betekenen spelen op zaterdag. In tegenstelling tot tien jaar terug kon het
bestuur, na enige aarzeling, vaststellen dat er nu wel een team opgesteld kon
worden. Dan gaan we er ook voor, was het motto. En ze gingen er ook voor. De
laatste wedstrijd werd gewonnen van Hoogland met 5–3 (dat Hoogland ons
uitgeschakeld had voor de beker geeft wel aan hoe sterk die club is!). Dat
betekende dat onze twee naaste concurrenten hun laatste wedstrijd met minstens
6½-1½ moesten winnen om ons te kunnen passeren. Paul Keres 3 bleef op een 4–4
steken en toen bleef nog over de wedstrijd Amersfoort 3 tegen Soest 2 op 9 mei.
Het werd een bloedstollende avond. Amersfoort moest 6½ punt halen. Om 22.00 uur
stonden ze met 1–0 achter, maar om 23.45 uur stonden ze met 6–1 voor.
Een dame in de gelederen van Soest, Marijke Kok, bracht het bijna onmogelijk
geachte tot stand. Zij won als laatste haar partij en zo was Ons Genoegen
kampioen van de Promotieklasse van de SGS. We gaan nu promoveren naar de KNSB.
Een uniek gebeuren in het ruim 78-jarig bestaan van onze club.
Dat Wim Velker in deze periode ook nog eens veteranenkampioen van de SGS werd
bracht de feestvreugde op een nog hoger plan.
Om het seizoen af te maken. Het tweede wist zich nog voor de laatste wedstrijd
veilig te stellen Natuurlijk belangrijk. Maar er moet meer verteld worden.
Spelers uit dit tweede hebben door hun invalbeurten een belangrijke bijdrage
geleverd aan het kampioenschap en dus promotie van het eerste. Ze haalden de
nodige punten binnen. Bab Wilders zelfs aan bord 1 !! Daarmee de clubsfeer tot
ongekende hoogte brengend.
De worsteling van het viertal om steeds compleet uit te komen was daar een teken
van. Twee wedstrijden in een week? Geen probleem!
Was dit het? Nee, er is nog een groot succes te melden. Vorig jaar was een
voorzichtig begin gemaakt met een groepje leerlingen van een basisschool, om
schaakles te geven. Almar Gerbens startte ermee, maar tot onze spijt moest hij
verhuizen naar het noorden. Dit seizoen nam Tom Bekius het van hem over. Het
groepje groeide en Jan Ero, Jan Jonkers en Fred Jansen konden Tom helpen, met
als resultaat dat we komend seizoen voor het eerst in vele jaren weer officieel
een jeugdafdeling hebben. Ze zullen bij de KNSB aangemeld worden en dat betekent
dat we volgend seizoen een club zijn met meer dan veertig leden.
Wat een club! Wat een seizoen! De voorzitter schreef in het laatste nummer van
ons clubblad De Veldheer (juni 2014): ‘Het word me bijna te veel. Zoveel
pluspunten in één seizoen. Geweldig. Allemaal bedankt.’
Tot slot van dit blokje geschiedenis: de interne
competitie zou bij deze euforie bijna in de vergetelheid geraken. Dus toch nog
maar even vermelden dat Arie van der Burch opnieuw (en met overmacht) kampioen
geworden. Voor de dertiende keer al!
En ja, we gaan met vertrouwen de toekomst tegemoet.